Fotoverslag

In 2004 maakte ik een fietstocht van thuis uit naar Oostenrijk en terug. Je kan hier verder lezen wat ik onderweg allemaal uitspookte.

Hößlinsülz (D) - Hößlinsülz (D)
Datum: 24-07-2004
Afstand: 39.07km
Totale afstand: 1260km
Vandaag staat een halve marathon op het programma. Om iet of wat uitgerust aan de start te staan trek ik niet verder. Ik hoef me zeker niet te vervelen. De hele voormiddag houd ik me bezig met eens een krant te lezen (sinds mijn vertrek heb ik er geen idee van wat in de wereld rond mij gebeurt) en mijn fiets terug op punt te stellen. Erg veel werk heb ik er niet aan, maar vooral de ketting mag eens goed opgekuist worden.
In de namiddag vertrek ik naar Oberstenfeld. Dat is iets minder simpel dan ik dacht: er zit een ferme helling met haarspeldbochten tussen mij en de wedstrijd. Zonder bagage heb ik niet echt veel moeite mee en ik ben alvast gewaarschuwd voor morgenochtend. Dan moet ik een stukje dezelfde weg volgen. Ik verwacht in elk geval een zwaar parcours voor de wedstrijd.Na wat zoeken kom ik zonder veel problemen bij de zaal waar de inschrijvingen zijn. Er hangt een plan van het parcours en dat stelt me wel wat gerust. Er zijn drie rondes die netjes de vallei volgen. Eerst kijk ik naar de wedstrijden voor jeugd en een paar nevenwedstrijden. Dan staat de halve marathon op het programma en is het voor mij tijd om in actie te komen. In tegenstelling tot vorige week in Düren heb ik de indruk dat hier wat doorwinterde lopers en niet alleen mensen die daarnet in hun kleerkast eens gezocht hebben naar iets waarvan ze denken dat ze er goed mee gaan kunnen lopen. Ik zal wel zien hoe goed ze zijn. Op het moment ken ik er toch niemand.
Na het startschot nestel ik me in de kopgroep. Erg snel gaat het vooraan niet dus begin ik er maar een beetje aan te sleuren. Na een kilometer of twee zijn er slechts drie die me volgen. Zo heel sterk zal de tegenstand dus wel niet zijn. Eentje voelt zich blijkbaar heel sterk en neemt zelfs over. Samen gaan we er vandoor. Op een paar korte hellinkjes merk ik al snel dat hij wel erg vlot naar boven gaat. Die is wat sterker dan mij. Op het einde van de eerste ronde komt uit de achtergrond een loper terug. Waar komt die vandaan? Vooraan zijn we in elk geval niet stilgevallen.
Met z'n drieën vatten we de tweede ronde aan. Mijn metgezel van het begin versnelt dan wat en ik moet passen. Die andere kerel kan wel mee. Ik blijf nog een tijdje van kortbij volgen, maar moet hen geleidelijk aan laten uitlopen. Van dan af was het proberen zo goed mogelijk mijn tempo vast te houden zodat niemand zou terugkomen. Dat is me behoorlijk goed gelukt. Ik eindig netjes als derde.
Na de wedstrijd praat ik nog even na met de tegenstanders en de organisatoren. Die laatsten vinden het wel leuk een buitenlander aan hun start te hebben. Zeker als ze horen dat ik met de fiets gekomen ben. Ook een paar journalisten vinden het wel een leuk verhaal. Waarschijnlijk heb ik daar wel een paar regionale kranten gehaald, maar die heb ik nooit te zien gekregen.
Daarna ga ik eens informeren of er iets van prijsuitreiking voorzien is. Omdat ik liefst voor het donker terug wil zijn bij mijn tent kan ik daar niet op wachten. Zonder problemen krijg ik mijn prijzen mee. Beladen met een veel te grote jas, een klein flesje wijn en een stuk taart keer ik over de bergen terug naar mijn tent. Daar geniet ik van mijn welverdiende wijn en taart.

Het typische landschap onderweg. Het is niet bijster spectaculair, maar is wel heel aangenaam om door te rijden.

Hößlinsülz (D) - Gruibingen (D)
Datum: 25-07-2004
Afstand: 113.27km
Totale afstand: 1373km
Na mijn omwegen van de voorbije dagen kies ik nu resoluut voor het zuiden. Vanaf nu rijd ik recht naar Oostenrijk. Ik ga proberen zo fris mogelijk aan de start van de Schlickeralmlauf te staan. Vandaag ga ik me in elk geval een beetje rustig houden. Na de wedstrijd van gisteren zijn mijn kuiten behoorlijk stijf. Geen zotte dingen doen dus.
In het begin komt van dat rustig blijven niet veel in huis. Ik moet eerst die paar ferme hellingen overwinnen. Het duurt niet zo lang voordat ik het Naturpark Schwäbisch-Fränkischer Wald buiten rijd. Dan verminderen de hellingen een beetje. Nadeel is dat het landschap minder mooi wordt. De bossen maken plaats voor velden. Bij Backnang krijg ik het erg moeilijk rustige wegen te vinden en besluit toch maar een lusje terug de heuvels in te maken. Ondanks een paar wegomleggingen door wegenwerken slaag ik er toch in op een goede manier de invalswegen van Stuttgart te kruisen. Hoe verder ik van Stuttgart wegkom, hoe lastiger de hellingen. Even voorbij Boll krijg ik zelfs nog eens echte haarspeldbochten te verteren. Tijdens afdalingen ga ik voor het eerst boven de 60 per uur. Met mijn fiets een vrij hachelijke onderneming. Een je in de buurt van de 60 per uur komt, wordt het hele zootje wat instabiel door de wind. Handjes stevig op het stuur houden is dan de boodschap. De vermoeidheid van gisteren hangt nog een beetje in de benen. Ik ga dan ook niet te lang blijven rijden.
Ik kom op een camping terecht die probeert zo groen mogelijk te zijn. In alle opzichten. De eigenaar ziet mij er zo een beetje een alternatieveling uit. Eigenlijk best wel leuk. Enige nadeel is dat hij vergeven is van de Hollanders. Je komt die overal wel tegen, maar hier zit zo goed als niets anders.
Voor mijn duurloop kijk ik eens op het bord aan de ingang van de camping. Er staan een paar wandelroutes op aangeduid en al snel heb ik een toertje naar mijn zin uitgestippeld. Markeringen heb ik jammer genoeg nooit gevonden. Eerst moet ik nog een stukje asfalt volgen en dan trek ik het bos in. Het duurt niet lang of het pad loopt dood in een weide. Ik keer een stukje terug en probeer eens een ander pad. Ook dat loopt dood. Een derde pad de helling op loopt wel tot boven. Daar vind ik een karrenspoor dat ik een tijdje volg. Uiteindelijk keer ik via dezelfde weg terug naar mijn tentje. Ik heb veel te veel onbeloopbare hellingen tegengekomen, maar voor de rest was het wel een mooi parcourtje.

Het bord van de fameuze helling van 14%. Zoals gewoonlijk geeft een foto absoluut niet weer hoe steil het is.
Verder onderweg met mijn fiets. Hier zit ik in het Rottal. Best wel mooi om door te fietsen.
Kort voor de start van de halve marathon. De lopers zoeken op het gemak een plaatsje aan de startlijn.
Het toekomstige podium staat te wachten op het startschot.
De doorkomst van de kopgroep na de eerste ronde. Ik loop op kop de show te stelen.
Net over de aankomst even uitblazen. Ondanks mijn derde plaats zit ik blijkbaar toch met de handen in het haar.
Even napraten samen met de winnaar en een journalist.
Een foto van de eerste drie. Ik (links) was derde, de winnaar staat en het midden de rechtse was tweede.

Gruibingen (D) - Buxheim (D)
Datum: 26-07-2004
Afstand: 127.21km
Totale afstand: 1501km
Onder een voor de verandering eens bewolkte lucht trek ik terug op pad. In de eerste kilometers krijg ik al wat hellingen te verteren. Om op gang te komen mag ik wat haarspelden op. Ik zal in elk geval goed opgewarmd zijn. Eens boven aangekomen is het landschap zo vlak als een biljarttafel die niet helemaal recht staat. Hoe, waar zijn al die hellingen plots naartoe? Gewoon verdwenen.
Bij het bereiken van de volgende rivier gaat het dan weer naar beneden. En nog zo geen klein beetje. Ik haal een topsnelheid van 68,8 per uur. Onderaan de helling vlieg ik dan aan 65 per uur de bebouwde kom van Schelklingen in. Naar het schijnt mag dat niet echt, tijd om eens goed in de remmen te gaan. Dan moet ik nog één heuvelrug over om de Donau te bereiken. Eens voorbij de Donau kom ik in een vlakker en dichter bewoond landschap terecht. Niet alleen de omgeving verandert, ook het weer toont zich van een andere kant. En niet de schoonste kant: het begint wat te regenen.
Een dik uur door de miezer rijden en ik bereik de Iller. Of toch zo ongeveer. Een weg die parallel met de Iller loopt kan ik zonder enig probleem vinden. Om bij de Iller zelf te raken is een stuk minder eenvoudig. Verschillende malen probeer ik baantje dat die richting uitloopt, maar telkens moet ik terugkeren. Uiteindelijk lukt het met toch over een paar karrensporen en nog smallere paden aan de rivier te geraken. Van dan af aan kan ik een tijdje de Illerradweg volgen. Erg goed is die niet aangeduid, dus tijdens een ferme regenbui raak ik hem hopeloos kwijt. Het begint wat laat te worden, tijd om een slaapplaatsje te zoeken.
Na ferm wat zoeken en drukke wegen kom ik op de camping van Buxheim terecht. Ik krijg een rustig plekje naast het meer. Tijdens een nieuwe regenbui moet ik mijn tentje opzetten, dat zou wel eens kunnen verklaren waarom het zo rustig is. Alles is nu toch nat. Ik vertrek daarom eerst en vooral voor mijn duurloopje. Daarna kan ik dan in mijn tent duiken en proberen zo droog mogelijk te blijven. Niet zo ver van het dorpscentrum kom ik een bosje tegen. Ongelooflijk maar waar, in het bos is zowaar een looproute uitgestippeld. Het "Buxheimer Laufpfad" noemen ze dat. Ik raak het ergens kwijt (we leven duidelijk niet in een perfecte wereld) en loop op het gevoel dan maar een grotere toer. Dat lukt behoorlijk goed en met nog eens diezelfde toer te lopen kom ik aan een duurloop van anderhalf uur. De hele tijd op bospaden gelopen. Zalig gewoon, die regen kan me geen fluit meer schelen.
Na de duurloop en een douche zoek ik mijn tent terug op. Koken zal vandaag van onder de luifel moeten gebeuren. Half in en half uit de tent betekent dat. Een poging om zo weinig mogelijk regen op mij te krijgen. De afwas laat ik gewoon buiten staan, die doe ik morgen wel. Ik doe de deur dicht en laat mij niet meer buiten zien.

Na een hele tijd bergop rijden heb je een uitzicht over het vlakke land vanwaar ik kom. Je ziet het een beetje verdoken tussen de bomen liggen.
Nog wat verder heb ik terug een uitzichtpuntje. Hier moet ik voor de verandering eens naar beneden rijden.
En als je dan de volgende helling oprijdt kan je een terugblikken.

Buxheim (D) - Lechbruck (D)
Datum: 27-07-2004
Afstand: 101.05km
Totale afstand: 1602km
Bij het opstaan komt een schuchter zonnetje tussen de wolken piepen. Blijkbaar was het erg vochtig buiten. Overal zitten grote slakken. Er is zelfs eentje in mijn pannetje gekropen. Ik moest het toch nog afwassen. Ik leg heel mijn hebben en houden uitgespreid op het baantje langs mijn tent. Zo krijg alles de kans een beetje te drogen. Daarna pak ik alles terug in en trek naar Memmingen. Ik moet daar wat inkopen doen. Langs één van de invalswegen ligt een gigantische supermarkt. Echt een supersupermarkt. Ik loop er rond als een kleine jongen in een snoepwinkel.
Memmingen uit geraken is een ander paar mouwen. Het duurt een tijdje voordat ik de goede richting vast heb. In de directe omgeving zijn de wegen nog vrij druk, maar eens ik wat verder kom is het opnieuw heel rustig rijden. In de voormiddag glooit het landschap zachtjes en rijd ik bijna de hele tijd tussen de velden. Eens voorbij de middag worden de hellingen steiler en volgen ze korter op elkaar.
Op een bepaald moment passeer ik een bord dat waarschuwt voor een afdaling van 12%. Erg leuk natuurlijk. Maar tijdens de afdaling zie ik de beklimming erna voor mij opdoemen. Die ziet er wel heel lastig uit, een echte muur. Een paar dagjesmensen die voor me uit rijden gaan er alvast te voet op. Dat moet ik beter kunnen. Het lukt inderdaad, maar dat is toch zo ongeveer het steilste waar ik op kan geraken. Spijtig dat er niet aangegeven stond hoe steil het was. Even verder is het probleem opgelost. Van de andere kant staat een bord dat waarschuwt voor een afdaling van 15%. Goed, dat zal dan zo ongeveer de grens zijn van wat met al die bagage doenbaar is. Het enige probleem is dat die helling zelfs niet op mijn kaart aangegeven stond. Ik heb er dus geen idee van of me nog van die verrassingen te wachten staan.
Die komen er gelukkig niet. Ik krijg nog wel behoorlijk wat hellingen te verteren, maar ze zijn wel doenbaar. Aan de horizon komen ook wat bergen opduiken. De Alpen zijn inderdaad niet veraf meer. Ze liggen erg mooi in de verte in de zon te blinken. Ik ga toch nog een beetje wachten om erheen te rijden. Het zal voor morgen zijn.
Ik stop behoorlijk vroeg om een slaapplaatsje te zoeken. Het heeft toch geen zin om nu nog verder door te rijden. Ik kan beter zorgen dat ik zonder al te veel moeite bij de wedstrijd van zondag aankom. Ik vind een mooi plaatsje aan de rand van een stuwmeer. De Hollander naast mij waarschuwt me om niets eetbaars buiten te laten liggen. Er komt elke avond een vos eens bij alle tenten langs om zijn buikje te vullen. Ik zal erop letten. Van die vos heb ik nooit iets gemerkt. Geen idee of het verhaal klopt.
In navolging van gisteren ga ik voor het eten lopen. Ik heb gisteren gemerkt dat het goed doenbaar is en dan moet ik er niet op letten dat ik voor het donker terug bij mijn tent ben. Koken in het donker is minder problematisch dan lopen in het donker. Niet dat ik zo bang ben in het donker (in de winter loop ik dikwijls in het donker over onverlichte paden), maar in het donker verdwaal je erg snel. En dat wil ik toch zoveel mogelijk vermijden tijdens mijn trainingen. Ik probeer eens of het mogelijk is een duurloopje rond het stuwmeer te doen.
Het wordt de mottigste duurloop van mijn tocht. In het begin slaag ik er nog in rustige baantjes te vinden, maar dan kom ik op een grote weg terecht en vind absoluut geen manier om eraf te geraken en naar het meer te lopen. Ze hebben me goed liggen. Het laatste stuk van mijn duurloop kom ik terug op rustige wegen en zelfs een stukje onverhard, maar van mijn anderhalf uur heb ik zeker de helft langs voorbijrazende auto's gelopen. Bah.

In een haarspeldbocht op weg naar de horizon. Een beetje later zal ik rechts van mijn huidige positie een stukje boven mijn hoofd rijden.
De schöne blauwe Donau stroomt verder naar de Zwarte Zee. Van mijn passage trekt ze zich niet veel aan.
Dit ben ik op de brug over de Donau.

Lechbruck (D) - Seefeld in Tirol (A)
Datum: 28-07-2004
Afstand: 93.1km
Totale afstand: 1695km
Voor de komende dagen heb ik de keuze: ofwel rijd ik in één monsteretappe naar het Stubaital ofwel maak ik er twee korte etappes van. Ik kies voor de tweede optie. Waarom zou ik me haasten?
Het begin van de dag slaag ik er nog in om rustige wegen te vinden. Dat wordt hoe langer hoe moeilijker. De reden is dat er simpelweg steeds minder wegen zijn. Eentje in de vallei en dat is het. Na een dik uur heb ik volgens de kaart nog de keuze tussen een rode baan volgen of niet meer rijden. Ik bereid me al voor op voorbijrazende vrachtwagens en dergelijke nachtmerries. In ben dan ook aangenaam verrast al naast de hoofdweg een landbouwbaantje blijkt te liggen, waarover netjes de weg voor de fietsers aangeduid is.
Bij de dorpen is af en toe een bordje verdwenen, waardoor je eens op de hoofdweg terecht komt, maar voor de rest is dat prima in orde. Dat valt veel beter mee dan ik verwacht had. De bergen die gisteren nog braafjes aan de horizon bleven liggen, komen nu steeds dichterbij. Toch is het reliëf niet bijster lastig. Ik kan eigenlijk de hele tijd mooi de vallei volgen. De enige wand met haarspeldbochten die ik moet overwinnen gaat het bergaf. Dat betekent goed je remmen vasthouden, maar lastig is het zeker niet.
Eens voorbij Mittenwald heeft mijn rustige parallelweg er geen zin meer in. Van dan af aan moet ik noodgedwongen op de E533 rijden. Voor vandaag ben ik niet van plan dat lang te doen. Ik ga stoppen in Scharnitz, het dorpje net over de grens. De grens passeren gebeurt zonder problemen, ook hier zijn de douanes blijkbaar afgeschaft. De grens ligt op de zogenaamde Scharnitzpaβ. Ik heb er geen flauw idee van waarom ze dat een pas noemen. Erna gaat het gewoon verder bergop.
Scharnitz rijd ik helemaal door, maar een camping valt niet te bespeuren. Dan maar eens op de toeristische dienst gaan vragen waar die camping ergens is. Nee, een camping hebben ze hier leider nicht. Ofwel moet ik terugkeren ofwel verder rijden tot Seefeld. Die camping staat hier verdorie op twee totaal verschillende kaarten. Als dat in Oostenrijk altijd zo is ga ik in de problemen komen.
Verder rijden dan maar. Een heel erg drukke weg brengt me nog wat hoger de bergen in. In feite zou de pas in Seefeld moeten liggen in plaats van in Scharnitz. De camping in Seefeld bestaat gelukkig wel. Hij stelt niet zoveel voor, maar het is er wel rustig. Opnieuw ga ik voor het eten gaan lopen. Ik zal die gewoonte tot het einde van mijn tocht volhouden. Mijn vetverbranding zal enorm goed getraind zijn als ik terugkom.
Aangezien ik hier voor het eerst op hoogte zit (1200 meter) houd ik me het best een beetje kalm. Ik zoek een vlak stukje om een half uurtje los te lopen. De vallei volgen is dan steeds de beste oplossing. Een vlak stuk vinden lukt me niet, maar ik kan er wel voor zorgen dat ik bijna de hele tijd op grindwegen door het bos loop. Dat is ook al heel goed. Een hier in de Alpen moet je natuurlijk volop van het landschap genieten. Het is gewoon schitterend hoe de bergen in de stralende zon liggen te blinken.

Als het de hele nacht regent komen de slakken naar buiten. Deze doet een poging om in mijn pannetje te verdrinken. Iemand zin in ontbijt?
Op de achtergrond zie je de fameuze afdaling van 12%. De afgrond die net achter mijn fiets ligt ben ik net opgereden.
Het bord dat me bevestigd dat ik daarnet echt wel een steil stukje te verteren heb gekregen.
Het uitzicht tegen de avond. Heel wazig in de verte komen de Alpen reeds eens piepen.
Hetzelfde uitzicht maar dan naar de andere kant.

"Want lopers kennen per definitie geen haast."

- J. Knippenberg

Foto sluiten Foto